Is behandeling prostaatkanker uitstellen een goed idee?
De Volkskrant publiceerde dit artikel over het onderzoek dat recent verscheen in The New England Journal of Medicine. Waarom zouden mannen met prostaatkanker zich meteen laten opereren of bestralen? Afwachten en de tumor in de gaten houden is even effectief, bleek vorige week uit Brits onderzoek. Na tien jaar is de overleving identiek. ‘Behandeling van prostaatkanker niet altijd nodig’, kopte de BBC.
Prostaatkanker is met ruim tien duizend diagnoses per jaar de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en een heleboel patiënten worden inderdaad onnodig behandeld, zegt epidemioloog Monique Roobol (ErasmusMC). Prostaatkanker groeit vaak langzaam. Bij veel mannen zou de ziekte achteraf gezien nooit problemen hebben veroorzaakt. Een operatie kan ernstige gevolgen hebben: incontinentie en impotentie komen veel voor.
Daarom bracht het onderzoek, gepubliceerd door The New England Journal of Medicine, hoopvol nieuws. Artsen verdeelden ruim 2600 mannen tussen de 50 en 69 jaar in drie groepen: of hun prostaat werd verwijderd, of ze werden bestraald, of ze werden ‘actief geobserveerd’. Bij actieve observatie worden patiënten regelmatig gecontroleerd en er wordt pas ingegrepen als de tumor gevaarlijk wordt. Na tien jaar bleek de sterfte tussen de drie groepen niet te verschillen. Klinkt als een pleidooi voor een afwachtend beleid.
Maar dan moet de studie wel deugen en Roobol heeft stevige kritiek. De deelnemers werden gevonden door screening op PSA, een eiwit dat bij een hoge waarde op kanker kan duiden. Maar zo’n screening vindt in de meeste landen niet plaats en weerspiegelt dus niet de praktijk. Bij de mannen in de studie werd de diagnose door de screening jaren eerder gesteld dan wanneer ze met klachten naar de dokter waren gegaan. Lead-time bias noemen statistici dat: het lijkt alsof de overleving is verbeterd, maar dat is schijn. Patiënten weten gewoon eerder dat ze ziek zijn.
Bij de studiedeelnemers zat de tumor alleen in de prostaat. Omdat het om langzaam groeiende kankercellen gaat, is het logisch, zegt Roobol, dat er in tien jaar nauwelijks verschil in sterfte optreedt tussen de groepen.
De Britse mannen die actief werden geobserveerd, hadden na tien jaar wel vaker uitzaaiingen. Roobol constateert dat een aantal mannen in die groep bij aanvang al een slechte prognose had en eigenlijk niet in de observatiegroep thuis hoorde. Bovendien grepen de artsen relatief laat in. ‘Dat kan de resultaten hebben beïnvloed.’ Het is een aanwijzing, zegt ze, dat over een paar jaar onder de mannen wel degelijk verschil in sterfte kan gaan optreden.
De kritiek op het nieuwe onderzoek betekent niet dat afwachten dus geen goed idee is. Eerdere studies stemmen voorzichtig hoopvol. Het definitieve antwoord moet komen uit het grootste onderzoek naar actieve observatie, onder leiding van het ErasmusMC, dat nu tien jaar loopt. Er doen zesduizend patiënten uit de hele wereld mee. Over een paar jaar moeten de sterftecijfers duidelijk maken of afwachten inderdaad loont.
Bron: Volkskrant